
Op 26 december kwam naar buiten dat de club Cody Gakpo verkoopt voor een recordbedrag aan Liverpool. Een moment waar veel PSV fans zich waarschijnlijk lichtelijk verslikken door de amuses van het kerstdiner die zij nog weg lopen te smikkelen. Wie op dat moment had voorspeld dat bij PSV één maand later 7 spelers vertrokken zouden zijn, zou dan ook hoogstwaarschijnlijk te horen hebben gekregen iets rustiger aan te moeten doen met de alcoholische versnaperingen. Desalniettemin bleek dit inderdaad wel de opmaak naar meer. Een analyse van een drukke hectische wintertransferperiode waarin PSV op heel veel vlakken een jasje uit of een ander jasje aan heeft gedaan.
Een ander jasje: de nieuwe veldbezetting van Ruud van Nistelrooij
In de 1e seizoenshelft voor de winterstop was Ruud van Nistelrooij veelal zoekende naar zijn ideale veldbezetting. Regelmatig bouwde PSV op vanuit een 3+1 structuur, wat afwisselend per wedstrijd soms ook een 2-2 opbouw structuur was of soms zelfs een 3-2 structuur. Op dat laatste is PSV na de winterstop teruggevallen. Misschien wel de beste serie wedstrijden van PSV over het gehele seizoen vond plaats op het moment dat Xavi als valse links- en/of rechtsbuiten gepositioneerd stond. Vaak zwierf hij dan het middenveld in om daar een extra man te creëren. Dat ging logischerwijs vaak gekoppeld aan destijds rechtsback Mwene die vrij hoog gepositioneerd stond en linksback Max die daardoor veel lager in de opbouw stond. Bovendien speelde PSV in die periode met een doubel-pivot Gutiérrez-Sangare waarbij met name Gutiérrez meer stabiliteit in de ploeg bracht als figuurlijke maarschalk in defensief opzicht.
Die conclusies formuleerde zich in de winterstop tot een nieuwe positionele veldbezetting: een 3-2-2-3 structuur, hetgeen wat tegenwoordig bij meerdere ploegen te bespeuren is. O.a. Manchester City en Arsenal, maar ook Nagelsmann met Bayern gebruiken dit soort veldbezettingen of hebben ze met regelmaat gebruikt. Op papier ziet dat er als volgt uit:

Het feit dat dit systeem voor veel trainers de uitvalsbasis is en dat ook Ruud van Nistelrooij hier op uitkomt, is niet gek. Tegenwoordig zie je bijvoorbeeld een verdedigende linie bestaande uit 3 centrale verdedigers steeds meer terug bij veel ploegen, o.a. door trainers als Thomas Tuchel. Op die manier kan er vanuit de opbouw vaak makkelijker een overtal gecreëerd worden, terwijl de twee buitenste centrale verdedigers de ruimte hebben om te kunnen in dribbelen en daarmee meer druk te genereren op helft tegenstander. Bovendien kunnen zij makkelijker zogenaamde hoeken creëren om passinglijnen richting medespelers voor de bal te exploiteren. Voordeel van deze positionele bezetting is dat twee spelers vrij kunnen zwerven tussen de linies om intuïtief de ruimte te vinden en zichzelf aanspeelbaar te maken. Dat gaat gepaard met twee spelers die breedte moeten verzorgen om de linies van de tegenstander meer horizontaal te stretchen. De double-pivot dient om verdedigende stabiliteit te bieden, evenals zij aan de bal ook een distribuerende taak hebben om het spel te verplaatsen. De meeste tegenstanders spelen en/of verdedigen over het algemeen in een 4-4-2 of 4-3-3 formatie. Vanuit de 3-2-2-3 structuur creëer je een box op het middenveld en daarmee een overtal, terwijl anderzijds men de back van de tegenstander vaak moet laten kiezen en t.o.v. hem ook een overtal weet te creëren met de buitenspeler en een van de twee tienen. Tegen Sassuolo is dat voor het eerst te zien, gevisualiseerd met beelden aan de hand van onderstaande video-analyse:
(Positionele 3-2-2-3 veldbezetting van PSV en patronen vs Sassuolo in de voorbereiding 2e seizoenshelft.)
Ook defensief doet men iets anders t.o.v. de 1e seizoenshelft. Specifiek gaat het dan over de manier van drukzetten. In de 1e seizoenshelft zette PSV vaak vanuit een 4-4-2 formatie druk waarbij de aanvallende middenvelder, met regelmaat dus Til of Simons, uitstapte langs de spits om druk te zetten op beide centrale verdedigers. De buitenspelers zouden daaropvolgend drukzetten op de backs, terwijl de twee overgebleven middenvelders d.m.v. koppeltjes de resterende middenvelders zouden oppakken. Het probleem hierbij was dat men op het middenveld steeds in een ondertal stond. Doordat bovendien beide overige middenvelders gebonden staan aan een directe tegenstander, komt logischerwijs één van de middenvelders van de tegenstander altijd geheel vrij te staan. Verschillende tegenstanders, bijvoorbeeld Twente, wisten dit vaak te utiliseren door PSV uit te lokken en snel een lange bal te spelen, waarbij de vrije man op het middenveld vaak de aanvallende middenvelder was die de 2e bal kon winnen. Op die manier kreeg PSV vaak slechts een handjevol effectieve druk op tegenstanders in de eerste seizoenshelft.
In de winterstop heeft Van Nistelrooij daar een ander patroon in geslepen, waarbij de aanvallende middenvelder steevast de controleur van de tegenstander overneemt. De spits probeert de bal vervolgens naar een kant te leiden, vaak de rechterkant, waarbij hij pressie uitvoert op de centrale verdediger. De linksbuiten stapt dan door om pressie uit te voeren op de andere centrale verdediger, terwijl de linksback van PSV eventueel moet doordekken op de rechtsback van de tegenstander. Een simpel maar effectief mechanisme, waarbij PSV rondom de bal alle afspeelmogelijkheden eruit haalt en niet op een ondertal in het middenveld komt. Tegen Sassuolo zag dat er aan de hand van onderstaande videoanalyse als volgt uit:
(Nieuwe pressing structuur van PSV in de 2e seizoenshelft.)
Uiteindelijk is het combineren van deze twee veranderingen ook de aanleiding voor de 2-0 tegen Sassuolo in het tweede oefenpotje.
(Aanloop naar de 2-0 van PSV in de oefenpot vs Sassuolo.)
De drie s'en van PSV: stroef, stroperig en statisch
Toch leiden bovenstaande bemoedigende beelden en woorden in de eerste serie wedstrijden na de winterstop niet tot het hierboven beschreven spel. Illustrerend daarvoor is bijvoorbeeld de wedstrijd tegen Emmen waar men er aan de bal niet aan te pas komt. Op de Oude Meerdijk zet de ploeg van Dick Lukkien PSV erg vroeg en agressief vast in de opbouw waarbij men de bal steeds richting rechtsback Teze probeert te dirigeren. Spits Zivkovic en aanvallende middenvelder Rui Mendes zetten daarbij steeds druk op de beide centrale verdedigers van PSV, waarbij Dirksen continue doordekt op Teze. Teze heeft een uitstekende progresssive pass in zijn benen waar hij spelers tussen de linies mee kan distribueren. Zodra hij echter tegen de zijlijn onder druk gezet wordt, mist hij de kwaliteiten van een back die pressing resistent is en dus onder de druk uit kan voetballen. Emmen maakte daar logischerwijs veelvuldig gebruik van. Op het middenveld zet de ploeg vervolgens iedereen vast d.m.v. koppeltjes, terwijl het in de laatste linie 1 op 1 durft te spelen. Dat Lukkien daarmee een risico neemt tegenover o.a. de snelle en verfijnde Xavi Simons is een feit. Onder de streep lijkt dat echter goed uit te pakken.


Emmen weet namelijk keer op keer de pass naar Teze uit te lokken. Bovendien weet PSV niet goed waar de oplossing ligt als Teze vervolgens aan de bal komt, evenals men ook niet doorheeft hoe het de pass naar Teze kan voorkomen als reactie op het pressing mechanisme van FC Emmen. Zo zoekt men in dit soort situaties namelijk steeds de passinglijn naar El Ghazi die als aanspeelpunt moet fungeren, terwijl hij feitelijk vrijwel geen afspeelopties om zich heen heeft. Dit lukt overigens zelden, waardoor er geprobeerd wordt om op te bouwen via onsuccesvolle korte combinaties in een kleine ruimte met Til en Bakayoko. Dat in de eerste 25 minuten tot aan de 1-0 Teze de persoon is met de meeste balcontacten van alle PSV spelers (22), meer dan resp. Sangare (9) en Gutiérrez (11) bij elkaar opgeteld, is daarin veelzeggend. Net als de passingmap van PSV, waarbij de passinglijn van Branthwaite naar Teze dik gemarkeerd is, evenals dat er vanuit Obispo vrijwel geen enkele passinglijn vooruit loopt. Het 65.6% balbezit dat de Emmenaren hebben tot aan de 1-0 onderstreept dat.

Het vraagstuk waarom PSV de oplossing niet kan vinden noch creëren, zit hem in de zogezegde drie s'en van PSV. In bovenstaande situatie waarin El Ghazi ingespeeld wordt door Teze, valt op hoeveel ruimte er achter de laatste linie van Emmen ligt. Gek is dat niet gezien het pressing mechanisme wat Emmen hanteert. Zoals eerder benoemd, brengt dit namelijk risico's met zich mee. De aanvallers van PSV staan vrijwel allemaal in de 1vs1 met een zee van ruimte achter de laatste linie. Met diepte loopacties en lange ballen van achteruit, zodra de tegenstander druk zet, liggen daar mogelijkheden om er onderuit te voetballen. Bovendien kan je daarmee een tegenstander ook dwingen om meer vanuit de organisatie te spelen en minder agressief druk te zetten. De aanvallers die PSV heeft zijn immers namelijk allemaal een stuk sneller, technischer en verfijnder dan de verdedigers van Emmen. PSV exploiteert die ruimtes achter de laatste linie van Emmen echter simpelweg niet. Bijvoorbeeld Bakayoko en El Ghazi staan vrijwel altijd stilstaand te wachten op de bal en/of bewegen in de bal, hetgeen wat de pressing van Emmen nog meer in de kaart speelt. Incidenteel speelt PSV wel eens de lange bal, waarbij spelers anticiperen met een diepte loopactie op de 2e bal. Het is niet toevallig dat daaruit gelijk een kansrijke situatie ontstaat. Een gebrek aan o.a. tactische patronen en gedrag in de vorm van het maken van diepte loopacties zonder bal breekt PSV in deze fase van de wedstrijd op.
(Kansrijk moment PSV n.a.v. lange bal van achteruit.)
Uit bovenstaand fragment valt gelijk ook deels het antwoord te vinden waarom PSV de pass naar Teze niet kan voorkomen als reactie op het pressing mechanisme van FC Emmen. Zodra de lange bal gespeeld wordt en El Ghazi het kopduel aangaat, zie je de rechtsback Bouchouari met rugnummer 34 volle bak terug sprinten achter Xavi Simons aan. Dat betekend dat Mauro Junior op de linksback positie vrij staat, gezien Bouchouari vanuit het pressing mechanisme van Emmen ook de taak heeft om door te dekken op de linksback van PSV. In theorie betekend dit dat hij als het ware moet peddelen tussen Mauro Junior en Xavi Simons. In de praktijk weet PSV Bouchouari echter amper voor dit dilemma te stellen om te moeten kiezen tussen Simons en/of Mauro en daarmee dit potentiele overtal te exploiteren. Ten grondslag daaraan ligt andermaal één van de de drie s'en. Simons en Mauro staan beide statisch gepositioneerd op hun positie. Ook hierbij is dit incidenteel niet het geval, hetgeen wat onbewust voor PSV een mogelijkheid tot het omzeilen van de pressing van Emmen biedt. Slechts een enkele keer beweegt Mauro Junior namelijk intuïtief door, bijvoorbeeld in onderstaande situatie waarin hij al redelijk in de as gepositioneerd staat. Op dat moment staat Bouchouari klaar om door te dekken op Mauro Junior, terwijl Rui Mendes klaar staat om door te dekken op Obispo vanuit Mauro Junior en daarmee de bal richting Teze te dirigeren.

Mauro beweegt vervolgens door richting de as waarbij hij Bouchouari voor de keuze staat hem te volgen of niet. Bouchouari doet dat niet, hetgeen waardoor Mauro Junior vrij komt te staan. Met een simpele pass op Mauro kan een driehoekje met Obispo gevormd worden om de pressing te omzeilen.

Anderzijds wordt ook Diemers opeens voor de keuze gesteld om door te dekken op Mauro Junior of bij Sangare te blijven. Uiteindelijk worden geen van de beide opties geütiliseerd en komt de bal via Branthwaite terecht bij Teze, zoals gewenst door de ploeg van Dick Lukkien.

Dat de spelers de oplossing op het veld niet zien, is karakteriserend voor ontbreken aan tactische patronen en inzicht van bovenaf die houvast moeten bieden in het vinden van de vrije man. Dat de trainer zelf gedurende de wedstrijd echter de oplossing ook niet weet te vinden, onderstreept dit des te meer. Na de 1-0 heeft PSV met fases namelijk meer de bal zonder gevaarlijk te worden en krijgt het wat meer grip op de wedstrijd. Dit is echter in de eerste plaats vooral te danken aan FC Emmen die besluiten minder agressief vooruit te pressen.

PSV creëert de vrije man simpelweg niet
Het beeld van de wedstrijd tegen Emmen sluit gek genoeg min of meer aan op het beeld van de wedstrijd tegen Go Ahead Eagles. In de eerste 30 minuten maakt de ploeg uit Deventer niet al teveel aanstalten om te pressen en wint PSV bovendien zelf door agressief te pressen de bal steeds snel terug. Men kan in dat eerste halfuur dan ook een noemenswaardig balbezitspercentage van 71.6% noteren gekoppeld aan 11 pogingen op doel. Anderzijds komt men slechts tot een xG van 0.75. Ergens gaat er dus iets mis. PSV weet namelijk zoveel balbezit niet te koppelen aan het creëren van kansrijke situaties. De reden daarvoor schuilt hem grotendeels in de tactische accenten die Van Nistelrooij in zijn ploeg hanteert of in bepaalde gevallen zelfs het ontbreken daaraan.
Zo zijn er behoorlijk veel momenten waarbij Guus Til als tweede spits enorm hoog gepositioneerd staat langs Luuk de Jong.



Met als gevolg dat als PSV de bal aan de linkerkant heeft en het spel wilt verplaatsen richting de contrakant, er dus geen middenvelder tussen de linies vrijgespeeld kan worden in de as/rechterhalfspace die het spel kan verleggen. Dit resulteert vaak in een terugspeelbal waarbij door middel van de centrale verdedigers de bal van kant geswitcht kan worden richting Teze. In dit soort situaties kan de tegenstander echter gemakkelijk mee bewegen en de organisatie compact houden zonder veel ruimtes weg te geven. Een nieuw opbouw moment moet dan dus gezocht worden, maar daarmee gaat dus vaak tevens ook een potentieel kansrijke situatie verloren..
Zodra de bal aan de rechterkant bij Teze belandt, valt bovendien op dat zowel El Ghazi als Guus Til over het algemeen vrij vaak erg hoog staan. Bovendien staan ze altijd redelijk dicht tegen elkaar aan gepositioneerd. Neem bijvoorbeeld onderstaande situaties. Zowel Til als El Ghazi staan enorm hoog beide vrijwel tegen een directe tegenstander aan geplakt. De passinglijn vanuit Teze naar El Ghazi en/of Til is daarbij ongeveer 20 meter. Teze kan dus vrijwel nooit een van die twee succesvol aanspelen.



Lukt dat wel, dan beïnvloedt het positioneren van de een het dusdanig negatief dat het de ruimte beperkt voor de ander. In onderstaande situatie wordt El Ghazi wel aangespeeld door Teze, maar door het positioneren van Til, is de ruimte uiterst beperkt. Ook dit is niet incidenteel, maar een duidelijke opdracht vanuit de trainer. Wat echter de tactische achterliggende gedachte is, blijft ongewist. Met het anders positioneren van Til en El Ghazi kan namelijk één van de twee de beide verdedigers vastpinnen, terwijl de ander zich wat meer kan uitzakken om vrij te komen.

Dit gebeurd echter niet. Simpelweg komt het er dan ook op neer dat PSV slechts beperkt de vrije man weet te creëren en/of te vinden op het middenveld. Dat blijkt ook uit onderstaande passingmap tegen Go Ahead Eagles, waar middenvelders Til, Veerman en Sangare relatief weinig vrij gespeeld lijken te worden. De zogezegde U vorm is dan ook sterk aanwezig.
Lukt PSV het wel om spelers tussen de linies vrij te spelen, is het vrijwel altijd op de linkerkant via Xavi Simons. Simons komt regelmatig sterk naar binnen zwervend en in combinatie met Mwene die zichzelf hoger positioneert, creëert dat een 2vs1 tegenover de back van de tegenstander. Dat leidt tot situaties waarbij de back van de tegenstander dus moet kiezen. In dit geval levert dat een zee van vrijheid op voor Simons. Let overigens hierbij ook andermaal op hoe Til gepositioneerd staat aan de rechterkant.


Het eerder gestelde dat dit vrijwel altijd op de linkerkant via Xavi Simons gebeurd, wordt overigens ook onderstreept door de touchmaps van Mwene-Simons en die van Til-El Ghazi te vergelijken van het eerste halfuur. Andermaal bevestigt dit het feit dat het positioneren van Til-El Ghazi individueel en t.o.v. elkaar een duidelijke tactische opdracht is. Effectief is het echter niet.


Hoewel PSV dus via links meestal de vrije man kan vinden, weet men tegelijkertijd dit soort situaties, waarbij de back moet kiezen tussen Simons of Mwene en er dus één van de twee vrijkomt, niet voldoende te exploiteren. Bijvoorbeeld in onderstaande situatie is het niet Simons, maar Mwene die door hetzelfde principe vrij gespeeld wordt.

Vervolgens komt de bal via Simons en via Veerman bij Teze terecht. Op dat moment is El Ghazi al vrij ver naar binnen gekropen en verzorgt hij minimale breedte, terwijl Til al als tweede spits gepositioneerd staat. Dat deze op het oog veelbelovende aanval eindigt met een schot uit de tweede lijn van Teze is dan ook veelzeggend.


Ook dit patroon is niet incidenteel, want even later is eenzelfde situatie te ontdekken waar Veerman de bal terug krijgt van het duo Simons/Mwene die progressie aan de bal hebben weten te maken. Til staat op dat moment al als 2e spits gepositioneerd en El Ghazi is al naar binnen gekropen voor een voorzet en bezet daarmee de minimale breedte. Daarmee wordt het effectief verplaatsen van de bal naar de contrakant een stuk moeilijker gemaakt en loopt een potentiele aanval spaak.

O.a. met het anders positioneren van El Ghazi en Til zou er meer uit dit soort situaties gehaald kunnen worden. Zodra men dieper op de helft van de tegenstander komt, lijkt het echter simpelweg te ontbreken aan aanvalspatronen en/of ideeën die houvast moeten bieden om tot kansrijke situaties te komen. Dat is illustrerend voor het spel van PSV, waarbij het in dit geval in de eerste plaats vooral tactisch gerelateerd lijkt. Balcontacten in de as en de halfspaces rondom de zestien of op locaties aan de flank waar de buitenspeler in een kansrijke 1vs1 situatie kan komen, ontbreken bijvoorbeeld teveel. Onderstaande touchmap illustreert dat. Het gebrek vaan houvast en opbouwpatronen geldt overigens ook voor het moment dat tegenstanders PSV agressief gaan vastzetten. Na de eerste 30 minuten ging Go Ahead Eagles dat ook meer doen. Vanaf dat moment kwam PSV er ook niet meer uit. Dat PSV de vrije man niet weet te creëren is enerzijds terug te leiden aan de drie s'en en anderzijds aan opmerkelijke keuzes die van Nistelrooij op tactisch gebied maakt. Zo is het positioneren van Til als tweede spits vreemd, gezien hij die kenmerken helemaal niet heeft. Til fungeert het beste als loper die ruimtes kan penetreren en die met loopacties in en richting de zestien intuïtief de vrije ruimte vindt. Door hem als 2e spits te positioneren ontneem je dat effect van de voetballer Til, hetgeen waar hij zo enorm in uitblinkt. Beiden aspecten leiden echter dus vooral tot één specifieke hoofdconclusie toe: PSV weet te vrije man te weinig te creëren noch te vinden. Binnen tactiek, hetgeen waar het draait om het bespelen van ruimtes, is dat aspect van essentieel belang zodra je een possessie georiënteerde speelstijl wilt hanteren. Dat is iets wat de trainer Van Nistelrooij zichzelf mag aanrekenen. Op dat vlak haalt hij namelijk op tactisch gebied inderdaad veelte weinig uit zijn ploeg.


Guus Til is vooral geen spelmaker
Guus Til is vooral geen spelmaker. Wie deze kop leest, zal het daar een volledige 100% procent mee eens zijn. Desalniettemin wordt Til gedurende de opbouw wel met regelmaat op die manier gebruikt door Van Nistelrooij. Teams organiseren vaak hun defensieve structuur vanuit een 4-4-2, 4-3-3 of 4-5-1 formatie. Vanuit de 3-2 opbouw structuur die PSV hanteert, wordt de double-pivot dan vrijwel altijd vast gezet door de middenvelders van de tegenstander. Met regelmaat zakt Til op dat moment uit in de zone van de rechtsback om als afspeelmogelijkheid te fungeren. Dat blijkt ook uit de touchmap van Til uit het eerste halfuur tegen Go Ahead Eagles. Ook tegen Emmen was dit veelvuldig te zien.




Bijvoorbeeld bij Liverpool zie je dit Thiago ook doen in de linksbackzone op het moment dat Robertson enorm hoog gaat staan. Kroos doet hetzelfde bij Real Madrid. Een aantal jaar terug gebeurde dit ook regelmatig onder Cocu met Guardado die inzakte op het moment dat Willems zichzelf hoog ging positioneren op de flanl. De drie dingen die bovenstaande namen met elkaar gemeen hebben? Op het niveau waarop zij speelde, waren zij alle drie uitmuntende spelmakers en spelverdelers. Guus Til is dat overduidelijk niet.
Dat maakt de keuze voor Guus Til best opmerkelijk, gezien je met een andere middenvelder vanuit hetzelfde mechanisme dit principe veel beter kan exploiteren. Bijvoorbeeld Veerman, Ledezma of Saibari, drie spelers die technisch meer verfijnd zijn aan de bal, zouden deze rol beter kunnen invullen. Bovendien is het ook redelijk opmerkelijk dat van de drie middenvelders die opgesteld staan, uitgerekend dan ook Guus Til hiervoor gebruikt en op deze manier wilt vrijspelen. Op het moment dat Guus Til in die zone aan de bal komt, wordt er namelijk geen progressie gemaakt. Andermaal leidt dit dan ook tot de drie s'en in het veldspel van PSV. Het zet bovendien vooral ook vraagtekens of Ruud van Nistelrooij op tactisch gebied wel het juiste van zijn spelers op individueel niveau verlangt.
(Moment in de opbouw waar Guus Til zich laat uitzakken en vrijkomt, maar progressie van de bal niet gemaakt wordt.)
Defensieve problemen
Vanuit verdedigend opzicht dekt t.o.v. voor de winterstop de aanvallende middenvelder niet meer door op de centrale verdediger van de tegenstander, maar pakt hij de controleur op. Koppeltjes maken over het gehele middenveld, dat is het devies onder Ruud van Nistelrooij. Tegen FC Emmen maakt Dick Lukkien echter gretig gebruik van het probleem wat PSV in de 1e seizoenshelft ook had, hetgeen wat toen zichtbaar werd als de aanvallende middenvelder van PSV doorstapte op de centrale verdediger van de tegenstander. Namelijk dat er vanuit het mandekking systeem altijd iemand geheel vrij komt te staan. Lukkien start met Emmen tegen PSV vanuit een soort van 3-4-2-1 formatie, hetgeen wat redelijk lijkt op de 3-2-2-3 structuur die PSV zelf gebruikt. Diemers en Rui Mendes spelen daarbij als twee tienen die intuïtief de ruimtes mogen gaan zoeken.

PSV verdedigt daarop in een 4-1-4-1 formatie, waarbij Gutiérrez en Til de twee controleurs oppakken en Sangare als '6' tussen de twee verdedigende linies moet opteren. Andermaal een bijzondere keuze van Ruud van Nistelrooij gezien met de aanwezigheid van Gutiérrez in de ploeg men een echte '6' heeft die ontzettend betrouwbaar is en oog heeft voor de organisatie. Daar waar Sangare excelleert in ballen afpakken en agressief drukzetten, heeft hij daarentegen juist vaak weinig oog voor de organisatie om hem heen. Als aanvulling daarop heeft Sangare altijd een betrouwbare speler in zijn rug nodig die daarop kan anticiperen. Gutiérrez is zo'n type, iemand die meer verdedigt op basis van zijn positioneren en inzicht i.p.v. het excelleren in het agressief afjagen van tegenstanders.



In balbezit is het doel van Emmen vooral om Diemers of Rui Mendes vrij te spelen. Doordat Gutiérrez en Til beiden gebonden zijn aan de beide controleurs, komt Sangare dus continue voor een keuze te staan. Rui Mendes dekken of Mark Diemers? Op het moment dat Emmen in balbezit is, voegt de ploeg van Dick Lukkien bovendien nog een extra spelelement toe, hetgeen wat die keuze niet makkelijker maakt. Diemers en Mendes zijn niet positioneel gebonden en krijgen de vrijheid om elders op het veld ruimtes te vinden om hun stempel op het spel te drukken. Met name Diemers is dat op het lijf geschreven. Zo ontstaan bijvoorbeeld dit soort situaties, waarbij Bernadou is uitgezakt richting de zijlijn en Gutiérrez hem gevolgd is, terwijl El Messaoudi en Diemers de rechterkant van het speelveld overloaden. Sangare en Til volgen hun man simpelweg, waarmee het gehele middenveld opeens uit elkaar gerukt is.

Of bijvoorbeeld dit soort situaties waarbij Diemers zich intuïtief laat inzakken en Sangare vanwege de aanwezigheid van Rui Mendes hem niet kan volgen. Til en Gutiérrez blijven gebonden aan hun man, waardoor Diemers alle tijd en ruimte krijgt om een voetballende oplossing te vinden.

Op deze manier weet Emmen steeds de vrije man op het middenveld te creëren. PSV maakt koppeltjes en blijft simpelweg achter de directe tegenstander aanrennen, maar zodra je in ondertal staat werkt dat niet. Hoewel Sangare als '6' daarin ook niet optimaal is, ligt het in dit geval niet per se aan hem. PSV staat namelijk gewoon letterlijk met één mannetje minder op het middenveld. In dat soort situaties is het namelijk essentieel dat je slim positie kiest en de zone verdedigt, hetgeen wat meer een tactische opdracht/patroon is. Daar ontbreekt het aan bij PSV. Bovendien weet PSV en Van Nistelrooij vanuit de mandekking ook geen oplossing te vinden, bijv. door een van de andere spelers ondersteuning te bieden aan het middenveld. Daarnaast weet Emmen steeds met simpele rotaties en positiewisselingen de vrije man te creëren, hetgeen waarmee het de mandekking structuur van PSV, door het ontbreken van een mannetje op het middenveld, extra kwetsbaar maakt.
Wat ook niet mee helpt is het feit dat de wisselwerking tussen buitenspelers en backs van PSV duidelijk ontbreekt en dat men op dat vlak geen idee heeft hoe men druk moet generen op de laatste linie van FC Emmen. Vanuit de verdedigende structuur met twee centrale verdedigers bij de tegenstander dekt namelijk altijd de linksbuiten van PSV samen met de spits door op het centrale duo van de tegenstander, terwijl de linksback van PSV doordekt op de rechtsback van de tegenstander. Emmen bouwt echter op vanuit een 3 mans achterhoede. Dat betekend dat er een andere invulling van het pressing mechanisme gevraagd wordt. Onderstaand voorbeeld is daarvoor karakteriserend: Bakayoko wilt pressie genereren op Veendorp en wijst daarbij zichtbaar dat er doorgestapt moet worden op Dirksen. Een minuut later ontstaat dezelfde situatie waarbij Bakayoko doorstapt op Veendorp en verwacht dat Teze doordekt op Dirksen. Dat gebeurd echter niet en Dirksen kan geheel vrijstaand ingespeeld worden.


Vergelijkbare situaties gebeuren ook op links, waarbij Simons doorstapt op Araujo. Bouchouari wordt echter niet overgenomen en kan door middel van een simpel driehoekje in de rug van Simons vrij gespeeld worden.


PSV wordt tot aan de 1-0 in Emmen letterlijk tot aan het kastje van de muur getikt. Men komt figuurlijk steeds twee of drie mannetjes te kort, doordat of Diemers of Bouchouari of Dirksen vrijkomt door grote onduidelijkheden in het drukzetten en de defensieve organisatie van PSV. Bovendien loopt PSV gewoon letterlijk achter Emmen aan. Maar dan ook echt letterlijk. Zie in bovenstaande twee afbeeldingen Guus Til die achter El Messaoudi aan moet lopen, waarbij de controleur van Emmen in het tweede shot relatief vrijkomt om een penetrerende loopactie te kunnen maken tussen Branthwaite en Obispo. Til zou daarbij altijd te laat zijn simpelweg omdat deze manier van verdedigen niet vol te houden noch effectief is.
Zo zijn er bijvoorbeeld momenten waarbij Obispo extreem ver doordekt op Rui Mendes, omdat hij op dat moment verantwoordelijk is voor die speler. Dat zijn de momenten waar Emmen op loert, omdat het centrale duo Branthwaite-Obispo dan helemaal uit elkaar getrokken wordt en er grote ruimtes tussen hun ontstaan die geëxploiteerd kunnen worden met lopende mensen.



Illustrerend is dit moment in de de 17e minuut waar Obispo moet doordekken tot de middencirkel, terwijl PSV in een laag blok zit te verdedigen. Vervolgens 3 tellen later duikt diezelfde Rui Mendes op met een loopactie in de as om de ruimte achter de laatste linie te exploiteren. De spelers van PSV zelf kunnen daar weinig aan doen. De organisatie is namelijk vooral kwetsbaar door de tactiek van Van Nistelrooij die zij uitvoeren.


Ook het Obispo slippertje voorafgaand aan de serie corners die de 1-0 inleiden, is karakteriserend voor dit probleem. Nu is het Branthwaite die naar de zijkant gelokt en geïsoleerd wordt, terwijl Obispo een lange bal in een 1vs1 duel in zee van ruimte mag gaan uitvechten met een veel snellere Zivkovic. Obispo schat die situatie weliswaar foutief in en timet de bal verkeerd, maar het feit is dat de centrale verdedigers van PSV nooit zo vaak in die situatie mogen komen.

Om die reden is het positief dat tegen Go Ahead Eagles manier van drukzetten in het 1e halfuur we luktl. PSV doet dat vanuit Luuk de Jong die doorjaagt op de keeper en de linker centrale verdediger van de tegenstander, terwijl Simons vanuit de rechtsback tegenstander doorjaagt op de rechtercentrale. Over het middenveld vormt PSV koppeltjes en weet men gemakkelijk en snel de bal terug te winnen. PSV weet in dat 1e halfuur niet voor niets een balbezitspercentage van 71.6% te noteren.

Na dat halfuur veranderen echter de rollen. De Deventenaren zetten wat agressiever druk op de laatste linie van PSV, maar vooral in balbezit doet men iets anders. Linksbuiten Fernandes begint steeds meer te zwerven en het middenveld in te komen i.c.m. Jose Fontan die zichzelf wat hoger positioneert. Hetzelfde trucje als wat PSV toepast met Simons en Mwene, past Go Ahead Eagles hier ook toe. Vanaf dat moment begint de wedstrijd dan ook enorm veel op Emmen-uit te lijken. Zo krijgt PSV met haar pressing opeens geen grip meer op de laatste linie van Go Ahead, doordat El Ghazi met momenten doordekt, terwijl Teze de linksback niet overneemt of kan overnemen. Anderzijds wordt Sangare weer (te) vaak in situaties wordt gebracht waarbij hij moet kiezen tussen de aanvallende middenvelder Willumsson of zwervende linksbuiten Fernandes, hetgeen wat leidt tot een vrije man voor Go Ahead Eagles op het middenveld.


Vanuit dat opzicht zijn de problemen herkenbaar. De pressing van PSV werkt zodra het volgens hun plan verloopt. Waarbij benoemt moet worden dat PSV tot op heden dus slechts 1 universeel plan heeft. In die zin is dit uiteraard vooral ijdele hoop. Tegenstanders verschillen immers qua tactische invulling en spelintenties, maar kunnen zoals te zien in de wedstrijd tegen Go Ahead Eagles ook gedurende een wedstrijd tactische aanpassingen maken. Op het moment dat de tegenstander iets anders doet, dan dat men verwacht, is PSV dan ook letterlijk geheel de weg kwijt. Onderstaande situatie is typerend voor die vertwijfeling die dan optreed en daarbij vooral het gebrek aan afspraken in de organisatie van PSV. Teze wijst/coacht zichtbaar dat linksbuiten Fernandes zich andermaal laat uitzakken tussen de linies het middenveld. Net als bij de eerder genoemde voorbeelden a.d.h.v. de wedstrijd tegen Emmen waar Bakayoko zichtbaar coacht dat de linksback Dirksen vrijkomt, heeft in de praktijk vooral niemand een idee wie hun op moet vangen.

Het laatste kwartier van de 1e helft blijkt vooral voor Rene Hake een teken dat er mogelijk iets te halen valt in Eindhoven. Na rust voert Rene Hake, de coach van Go Ahead Eagles, namelijk gelijk twee wissels door die voortborduren op bovenstaande. Go Ahead schakelt opeens over naar een 4-4-2 ruit, waarbij de Eagles nu structureel een mannetje meer op het middenveld bezet hebben. Dat levert gelijk verwarring op, want wie pakt nu de controleur? En zodra iemand doorstapt op de controleur, wie pakt dan de vrije middenvelder?

In de 51e minuut is er dan ook een mooi shot te zien van Fred Rutten, Andre Ooijer en Ruud van Nistelrooij die met een bord en wat magneetjes zitten te schuiven, hoogstwaarschijnlijk om een antwoord te vinden op die vraag. In de realiteit blijft dat antwoord, net als tegen Emmen, echter uit. Vanuit dat opzicht toont de wedstrijd veel parallellen met Emmen-uit. Simons blijft drukzetten op de rechtercentrale van Go Ahead Eagles terwijl Luuk de Jong dat doet bij de linkercentrale. El Ghazi doet dit voor de linksback Fontan, terwijl op het middenveld dus continue daardoor een mannetje vrij komt. Dit soort situaties zijn in de 2e helft dan ook totaal niet vreemd. In dit geval dekt Til door op de controleur, waardoor Llansana vrij komt tussen de linies. Zou Til zich binden aan Llansana, zou de controleur automatisch weer vrij komen. Kortom: de middenvelders van PSV moeten continue kiezen, maar ongeacht de keuze die ze zullen maken, zal Go Ahead Eagles vrijwel altijd de vrije man kunnen vinden op het middenveld. Dat bovendien de ruimtes tussen de linies niet compact gehouden worden, helpt ook alles behalve mee.


In de 60 minuten die volgde na het 1e halfuur noteerde Go Ahead Eagles een balbezitspercentage van 58.5%. In het 1e kwartier na rust was dit maar liefst 77.1%. PSV heeft geluk dat het tegenstanders als Go Ahead Eagles en Emmen nu treft, maar betere tegenstanders straffen dit veel gemakkelijker en sneller af. Het fundament wat erbij PSV ligt op tactisch niveau is namelijk simpelweg te broos. Zodra je een extra mannetje op het middenveld weet te creëren, het maakt niet uit op welke manier, en dat eventueel kan combineren met wat positiewisselingen, is namelijk de gehele organisatie van PSV vrijwel gelijk weg. Voor een trainer die het bij zijn aanstelling over verdedigen als Simeone had, blijkt dat in realiteit toch ver te zoeken.
Onrust in de directiekamer
Tegelijkertijd dient vermeld te worden dat Ruud van Nistelrooij het ook niet bepaald makkelijk gemaakt wordt. Al vanaf het begin van de zomer blijkt dat PSV met een aantal snelle goedkope transfers, huurdeals en transfervrije spelers de selectie rond wilt hebben. Echt investeren in de selectie blijkt andermaal niet mogelijk, terwijl diezelfde selectie nog de nodige hiaten kent. Later blijkt zelfs dat de RvC koste wat het kost Gakpo wou verkopen om financiële zekerheid te kunnen creëren, terwijl nog geen week daarna voormalig technisch directeur John de Jong ontslagen werd. Typerend is dat in de maanden daarna nauwelijks communicatie is geweest vanuit de directiekamers over wat PSV van plan is met de vacante positie rondom de technisch directeur positie tot het moment dat opeens plots uit het niets de aanstelling van Earnest Stewart wereldkundig gemaakt werd. Nu is dit voorbeeld an sich geen big deal, maar het karakteriseert wel de mediastilte die heerst rondom PSV vanuit de bovenkamers. Zodra Gakpo en Madueke verkocht werden, komen alle lastige vragen op het dakje van Ruud van Nistelrooij, terwijl die eigenlijk vooral gericht zijn aan Marcel Brands. Vanuit de PSV topman was echter tot nu toe met een groot interview op 31 januari over de gang van zaken vrijwel niks vernomen. Brands mag van dat betreft zich best meer als een uithangbord en leider profileren richting de buitenwereld en de fanbase van PSV toe.
In het interview met het ED/VI schijnt Brands een duidelijk licht op de gang van zaken en waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. Het algemene moraal van het verhaal? De kosten moet omlaag. PSV heeft in de afgelopen jaren steeds teveel risico genomen, terwijl dat achteraf wellicht niet helemaal verantwoord was. Typerend daarvoor zijn de veelvuldig terugkomende uitspraken van Gerbrands en De Jong in de vorm van "we willen bij Ajax aanhaken", "we willen over Ajax heengaan" en het zogezegde plan 2030 waarbij PSV op dat moment bij de top 32 van Europa wilt horen. Dat zijn mooie uitspraken, maar vanuit het zakelijke perspectief zijn dit slechts ambities die bereikt moeten worden. Aan een concreet uitgesproken visie, duidelijke beleidspunten en/of doelen ontbreekt het net te vaak. De uitspraak "we willen bij Ajax aanhaken" herhaalt zich namelijk elk jaar aan het begin van de zomer van het nieuwe seizoen. Men speculeert op dat moment op het behalen van de CL en/of de titel en probeert dat eerste met name vaak te realiseren door een aantal vroege snelle transfers plaats te laten vinden. Vaak zijn dit relatief oude spelers, zonder restwaarde, waarvan achteraf altijd blijkt dat er kwalitatief of fysiek vraagtekens bij gezet kunnen worden. Bovendien strijken dit soort spelers vaak ook nog een fors salaris op. Op het moment dat men die CL niet behaalt, is men weer gedwongen spelers voor aanzienlijk geld te moeten verkopen i.v.m. de hoge vergoedingssommen en bedrijfslasten zonder dat het weer serieuze investeringsmogelijkheden heeft.
Op 30 januari publiceerde sportjournalist John Graat van Trouw een artikel koppend met de titel 'Financieel riskant beleid Gerbrands ten grondslag aan crisis PSV'. Hoewel Brands in de interviews met ED/VI het nog opneemt voor zijn voorganger, kan met een snelle duik in de feiten wel degelijk geconcludeerd worden dat het beleid van Gerbrands en De Jong ten grondslag ligt aan de problemen die PSV momenteel heeft. Aan de hand van twee grafieken gepubliceerd door sporteconoom Job Gulikers kan dit duidelijk gemaakt worden:
Men start elk jaar met een operationeel tekort van ongeveer 10 miljoen in de begroting, terwijl men inmiddels voor meer dan 30 miljoen aan afschrijvingen per jaar moet zien op te vangen. PSV moet dus kortom elk jaar ergens 40 miljoen vandaan toveren. Dat is geen makkelijke opgave en leidt dus tot de reden dat de RvC de directie de opdracht mee heeft gegeven de kosten omlaag te schroeven. PSV heeft overigens ook als het flink gaat saneren nog steeds te maken met het feit dat het elk jaar een speler zou moeten verkopen voor een hoog bedrag om de financiën rond te krijgen, maar inmiddels is dit bedrag dus zo hoog geworden dat dit al om twee spelers gaat. In het interview van het ED/VI gaf Marcel Brands immers aan dat het ondanks de verkoop van Gakpo nog steeds een klein gat had in de begroting. Dat impliceert vooral ook de noodzaak waarom men de RvC Gakpo zo graag wou verkopen. Het feit dat in de afgelopen jaren sportief succes is uitgebleven en/of dat PSV haar sportieve positie niet heeft weten te koppelen aan financieel gewin is voor PSV een flinke domper geweest. Dat i.c.m. een algemeen directeur die bereid is meer risico's te nemen en een onervaren technisch directeur die daarmee all-in is gegaan met spelers die of veelte duur waren en niet slaagde of weinig restwaarde en hoge salarissen hadden, is een dodelijke combinatie gebleken voor PSV.
Het is precies om die reden dat Marcel Brands deze winter schoon schip aan het maken is. Daar waar Ruud van Nistelrooij van de zomer zei dat er niemand weg mocht en dit van de winter herroepelijk herhaalde na de transfer van Gakpo, besloot Brands uiteindelijk toch anders. Gakpo en Madueke zijn verkocht voor veel geld om de club meer liquide te maken, het eigen vermogen mogelijk te spekken, een financiële buffer te creëren en de salarislasten om laag te krijgen. O.a. Bruma is daarnaast verkocht om de afschrijvingen omlaag te krijgen, terwijl ook Max verhuurt is met een verplichte optie tot koop om de salarissen en afschrijvingen omlaag te krijgen. Datzelfde geldt voor Van Ginkel die ongetwijfeld ook een prima salaris zal hebben gehad bij PSV. Wie bij Marcel Brands 100 euro had geboden voor de koffiejuffrouw, had waarschijnlijk de hand kunnen schudden voor een deal onder het mom dat de salarislasten weer een stukje lager zouden zijn. Dat typeert de transferwindow van PSV in een notendop.
PSV bekeken vanuit de statistieken
Tegelijk heeft dat de sportieve ambities van PSV ook lichtelijk teniet gedaan. PSV heeft met het vertrek van Gakpo een enorm jasje uitgedaan, terwijl diens natuurlijke vervanger die de 2e seizoenshelft fit zou zijn, ook verkocht werd voor de absolute hoofdprijs. Het is niet voor niets dat Ruud van Nistelrooij het in het pre-match interview bij ESPN heeft over het feit dat PSV de afgelopen periode te weinig kansen geconverteerd heeft naar goals, hetgeen waarmee Van Nistelrooij vooral het scorend vermogen van zijn ploeg in twijfel trekt. Dat tweede is geheel op waarheid berust. PSV heeft met Gakpo en Madueke enorm veel scorend vermogen ingeleverd en heeft eigenlijk alleen met De Jong en met Simons twee spelers waarvan men met zekerheid kan zeggen dat zij boven de 10 goals dit seizoen uit zullen komen. Dat is te weinig om in je ploeg te hebben. Laat staan als je meespeelt om de landstitel. Tegelijkertijd vertelt de conclusie die Ruud van Nistelrooij trekt slechts het halve verhaal. Datgene wat Ruud van Nistelrooij als eerste benoemt, kan namelijk in twijfel getrokken worden.
Wie kijkt namelijk kijkt naar de laatste 5 wedstrijden in de Eredivisie na de winterstop kan concluderen dat PSV zelf ook vooral redelijk weinig grote kansen creëert. Tegen Sparta haalt men uit 17 schoten een xG van 1.1. Tegen Vitesse is dat een xG van 1.4 uit 14 schoten, waarbij een penalty inbegrepen zit. Tegen Emmen haalt PSV een xG van 1.3 uit 12 schoten, terwijl men tegen Go Ahead Eagles een xG van 1.3 uit 19 schoten behaalt. Enkel tegen Fortuna weet men een overtuigende xG van 4.6 te halen, een wedstrijd die PSV ironisch genoeg dan weer niet wint door het miraculeus missen van ontzettend veel en tevens grote kansen.
Een diepere duik in de statistieken bevestigt dit beeld bovendien. In een plot waar per speelronde de non-penalty xG (afgekort npxG) per schot is weergeven evenals het gemiddelde daarvan over de laatste 4 wedstrijden, is bij beiden duidelijk een negatieve trend te ontdekken. Dit betekend dat PSV naarmate het seizoen vordert per individueel schot de kans kleiner is dat het een goal oplevert. Het gemiddelde npxG per schot voor PSV ligt per speelronde 19 op 0.12. Beide trendlijnen zitten daar momenteel onder, hetgeen wat de eerdere conclusie andermaal onderstreept.

Nu wil louter je conclusies binden op basis van npxG per schot niet per se iets zeggen. Ter voorbeeld: PSV behaalde in de wedstrijd tegen Emmen-uit een hogere non-penalty xG dan tegen Feyenoord-thuis. Desalniettemin wist PSV tegen Feyenoord-thuis een xG van 2.8 te creëren, terwijl dit tegen Emmen-uit slechts 1.3 was. Om die reden nemen we een diepere duik in de npxG per schot statistiek en zijn we ze individueel gaan categoriseren. Daaruit blijkt deze noodzaak a.d.h.v. het eerder genoemde voorbeeld. Tegen Feyenoord weet men kansen met een xG van resp. 0.36, 0.31, 0.28, 0.26 en 0.23 te creëren, terwijl tegen Emmen uit slechts één kans (0.29 xG) met xG hoger dan 0.20 gecreëerd wordt. Een groot verschil in perceptie dus. In onderstaande plot is per speelronde de hoeveelheid schoten naar verhouding npxG gecategoriseerd. Naar mate het seizoen vordert is duidelijk te zien dat PSV enerzijds minder op doel lijkt te gaan schieten, maar dat anderzijds de schoten ook vanaf een minder grote xG locatie plaats zullen vinden. Ook hieruit blijkt dat PSV naar mate het seizoen vordert duidelijk minder grote kansen lijkt te creëren. PSV weet bijvoorbeeld uit de eerste 7 speelrondes 30 kansen met een xG van 0.21 of hoger te creëren. In de 12 speelrondes die daarop volgen lukt dit 32 keer, een vrijwel identiek aantal.

Op basis daarvan is het ook interessant om te bekijken hoe de verhouding npxG voor en tegen PSV zich verhoudt t.o.v. het aantal punten dat gepakt worden. In onderstaande plot is het gemiddelde verschil in npxG over 4 wedstrijden per speelronde vergeleken met het gemiddeld aantal punten dat PSV behaalt over 4 wedstrijden per speelronde. De trendlijnen in beide grafieken laten daarin een duidelijke en specifieke conclusie zien. PSV behaalt naarmate het seizoen vordert minder punten, maar dat valt ook volkomen te verklaren a.d.h.v. de xG modellen. Het verschil tussen de npxG voor en tegen wordt simpelweg kleiner, hetgeen wat betekend dat de kans dat je meer doelpunten maakt dan je tegenstander simpelweg kleiner wordt.
Dat correleert o.a. ook met de problemen die PSV heeft in het veldspel. Deze zijn bovendien duidelijk terug te zien in de statistieken. Onderstaande plot is een weergave van de hoeveelheid 10+ pass sequences per ploeg t.o.v. de hoeveelheid van deze 10+ pass sequences leidt tot een schot of balcontact in de vijandelijke zestien. Qua hoeveelheid 10+ pass sequences staat PSV tweede, maar het percentage daarvan wat als succesvol beschouwd kan worden, kan niet als dermate goed geïnterpreteerd worden. Disclaimer: deze plot is gemaakt in speelronde 15. Desalniettemin toont dat goed aan dat de problemen in het Gakpo tijdperk ook al duidelijk aanwezig waren.
Nemen we nog een diepere duik in de statistieken kijkende naar pitch control is bovenstaande conclusie niet eens zo heel gek. En sluit die bovendien ook goed aan bij de tactische analyse en beelden eerder uit deze longread. PSV heeft gemiddeld 55.1% balbezit in een wedstrijd. Op basis van pitch control kan men concluderen dat men de gehele as op de helft van de tegenstander evenals de halfspaces rondom de zestien tegenstander niet weet te domineren. De zones die blauw gemarkeerd zijn indiceren dat in die zone PSV gemiddeld meer dan 55% van de touches heeft. In rode gemarkeerde zones heeft de tegenstander gemiddeld meer dan 55% van de touches. In grijs gemarkeerde zones zijn de hoeveelheid touches in evenwicht en dus tussen de 45% en 55% voor beide teams. Voor een trainer die focust op possessie, lijkt men de belangrijkste regio's op de helft van de tegenstander amper te controleren.

Wat nu?
Van Nistelrooij zal zich ongetwijfeld beroepen op het feit dat zijn ploeg kwalitatief een jasje uitgedaan heeft en het feit is dat PSV met de wintertransferperiode m.b.t. de sportieve ambities een flink jasje uit heeft gedaan. Men kan beargumenteren of de selectie überhaupt wel kwaliteitswaardig is, hoewel veel spelers zowel individueel als collectief vorig jaar onder Schmidt een hoger niveau haalde. Desalniettemin blijft nuance ook in de beoordeling voor Ruud van Nistelrooij een belangrijke factor, zoals dat voor elke trainer zou moeten gelden. Topsport werkt echter niet altijd op die manier. In essentie is succes zo zwart-wit als winnen en verliezen en dat weet Van Nistelrooij als geen ander. Blijven de resultaten uit, zal de kritiek toenemen.
Vanuit PSV perspectief zal men momenteel vooral met een heel groot schuin oog kijken naar komend seizoen. Vanaf dat moment zijn er twee CL-tickets te verdelen in een competitie waar deelname lucratiever dan ooit zal zijn. Komende zomer ligt voor Brands en Stewart de zware taak om een selectie af te leveren die in staat moet zijn om die doelstelling te behalen, waarbij anderzijds het belang van een goede jeugdopleiding nog groter wordt. Het zwaar saneren in de kosten en selectie door Brands deze winter onderstreept dat. Bij Jong PSV lopen momenteel verschillende talentvolle spelers rond die furore maken of die in potentie het ver kunnen gaan schoppen. Namen zoals Jason van Duiven, Enzo Geerts, Livano Comenencia en Emmanuel van de Blaak. Voor PSV is er dus alles aan gelegen om te zorgen dat een groot gedeelte van die spelers het eerste gaat halen en/of serieus gaat doorbreken, hetgeen wat betekend dat de komende seizoenen ook serieus perspectief voor hun geboden moet worden.
Dat betekend anderzijds dat men ook een cultuur moet gaan weten te creëren waarin spelers ontwikkeld worden en waarbinnen PSV een eigen identiteit op het veld krijgt. De rol van de trainer is daarin cruciaal. Het is slechts het eerste seizoen onder Ruud van Nistelrooij bij PSV en dat betekend dat er beginnersfouten gemaakt worden. Desalniettemin kan men met behoorlijk kritische vraagtekens naar de huidige trainer van PSV kijken, zeker als het op tactisch gebied aankomt. Men wordt defensief te makkelijk overlopen, zeker zodra een tegenstander opeens iets anders gaat doen dan waar het team op ingestudeerd is, hetgeen wat tactische aanpassingen vergt van PSV als ploeg en Ruud van Nistelrooij als trainer. Die ontbreken te vaak. Anderzijds zijn er aan de bal te weinig patronen en houvast om te kunnen concluderen dat er een duidelijke lijn in het spel zit. De statistieken laten bovendien zijn dat de onderliggende cijfers ook niet bepaald positief zijn noch dat er ontwikkeling inzit. Een vertrek van Gakpo doet daar niks aan af.
Wie de vraag zou krijgen om drie duidelijke spelprincipes en intenties van Ruud van Nistelrooij te duiden, zou waarschijnlijk goed moeten nadenken. Dat is veelzeggend voor de huidige staat van PSV op tactisch vlak. Ruud van Nistelrooij zelf karakteriseerde zich aan het begin van zijn trainersperiode bij PSV 1 als iemand die zijn teams graag wilt laten domineren via positiespel zoals Bielsa en zijn team wil laten verdedigen als Simeone, maar de realiteit leert dat een combinatie van die twee teams op tactisch gebied vrijwel onmogelijk lijkt gezien het type spelers dat elk spel vereist. Tegelijkertijd is zoals gezegd van beide intenties ook weinig terug te zien. Dat maakt de komende periode extra belangrijk voor PSV, want de belangen zijn immers hoog. Zoals gezegd mag PSV dit seizoen dan wellicht sportief een jasje uit hebben gedaan, het is essentieel dat PSV volgend seizoen bij de eerste twee plekken zit. Dat betekend dat er dit seizoen een fundament gelegd moet worden evenals bewezen moet worden dat de juiste poppetjes op de juiste plek staan om in vol vertrouwen komende zomer naar dat specifieke doel toe te werken.
Dat daar tot op heden nog (te) weinig aanleiding voor is als het gaat m.b.t. de trainerspositie, is zorgwekkend. Desalniettemin wacht aankomende zondag voor PSV een mooie test, zoals Van Nistelrooij zelf ook beaamt. Een wedstrijd met velen verhalen en velen gezichten waar PSV het van oudsher moeilijk heeft. Een wedstrijd die bepalend kan zijn voor een eventuele rol van PSV in de titelstrijd dit seizoen. Een wedstrijd die voor een ander clubicoon een paar jaar geleden in een echec eindigde en daarmee na een slechte serie wedstrijden ontslagen werd. Maar ook een wedstrijd met een tegenstander waar Ruud van Nistelrooij in de 1e seizoenshelft in Eindhoven van won, nadat hij zijn ploeg gedurende de wedstrijd tactisch aanpaste. Wat het resultaat zondag ook mag worden, het zal stiekem wellicht meer zeggen over de toekomst dan wij denken.