4-2-2-2 of 4-2-3-1?
Wie vorig seizoen een volledig jaar PSV heeft gevolgd, kan niet ontkennen dat de hand van pressing coach Roger Schmidt niet duidelijk zichtbaar was. PSV toonde vaak de intentie om als collectief hoog druk te zetten, evenals de contouren van een agressieve en voornamelijk actieve gegenpressing zichtbaar naar voren kwamen. Tegelijkertijd was de beeldvorming vaak echter anders. Wie namelijk vorig jaar een volledig seizoen PSV heeft gevolgd, zal namelijk ongetwijfeld ook concluderen dat de vooraf beschreven speelstijl niet maximaal tot expressie is gekomen. Sterker nog, in de uitvoering oogde het vaak nogal stroef, terwijl het vanuit defensief opzicht vaak genoeg open huis leek. Het zette logischerwijs aan tot een discussie over de speelwijze en voornamelijk het systeem van Schmidt, waarbij in het laatste geval nadrukkelijk gerefereerd werd aan de, in Nederland nogal onorthodoxe, 4-2-2-2 formatie.
Zo is het begrip halftien elke vijf zinnen wel terug te horen, zodra het tactisch gezien over PSV gaat, terwijl anderzijds in de analyses vaak genoeg onnodig en negatief de nadruk gelegd moet worden op de volgens hun rare en aparte 4-2-2-2 formatie. Dat laatste is wellicht een beetje typerend voor de manier waarop men in Nederland naar voetbal kijkt, specifiek benoemd het systeem of formatie denken. Een recentelijk en ergens ook wel een vergelijkbaar voorbeeld is de 5-3-2/4-3-3 discussie omtrent het Nederlands elftal afgelopen zomer op het EK. Men is kritisch en negatief zodra Nederland 5-3-2 speelt en men is lyrisch en positief zodra men overschakelt naar een 4-3-3, maar de realiteit leert dat positioneel gezien tussen beide formaties weinig verschil zat. Hoe zit dat dan?
Een moderne trainer, of in dit geval dus bijvoorbeeld Roger Schmidt, denkt in spelprincipes en opvattingen en niet specifiek in formaties. Uiteraard heb je altijd een passende opstelling nodig, maar de vraag of je 4-3-3, 5-3-2 of 4-2-2-2 speelt, is niet leidend met betrekking tot hoe je speelt, wat je intenties zijn en hoe die tot uiting komen. Het is dan ook niet gek dat in het begin van het seizoen, gedurende het trainingskamp in Duitsland, Schmidt aangeeft in een interview met PSV TV dat de actieve manier van spelen met veel intensiteit, goed druk zetten en goede omschakelingsmomenten niet zal veranderen. In de realiteit kan men dus concluderen dat er vanuit de basis niet veel veranderd is ten opzichte van vorig seizoen. Sterker nog, wie de 4-2-3-1 formatie tegen Galatasaray en de 4-2-2-2 formatie van vorig seizoen onder de loep neemt, zal opmerkelijk genoeg een significante hoeveelheid gelijkenissen waarnemen. Praktisch gezien zou je kunnen concluderen dat het 4-2-2-2 systeem van vorig seizoen vrijwel letterlijk hetzelfde systeem is als het huidige 4-2-3-1, alleen dan enkel met een, door de media, ander geplakt etiket erop.

(Structuur met bal waarbij een halftien en back het veld breed houden, een halftien en een spits tussen de linies spelen en een back of middenvelder zich laat uitzakken in de laatste linie. Vorig seizoen tegen Granda vs dit seizoen tegen Galatasaray.)
(Structuur zonder bal waarin men in een 4-2-2-2 formatie pressing uitvoert. Vorig seizoen tegen Ajax vs dit seizoen tegen Galatasaray)
Tactische problemen
Desalniettemin oogt PSV in de afgelopen twee wedstrijden tegen Galatasaray beter, stabieler en frisser. Een antwoord daarop valt mogelijk te vinden in de problemen van vorig seizoen. Als we die gaan analyseren kunnen we tactisch gezien drie grote gemeenschappelijke noemers onderscheiden. Allereerst het feit dat PSV vaak de as niet voldoende dicht weet te houden. Dit is een essentieel aspect in het uitvoeren van hoog druk zetten en vormt de basis voor de organisatie van waaruit ploegen willen gaan pressen. Er zijn daarvoor verschillende achterliggende redenen te bedenken, bijvoorbeeld dat het makkelijker is om een tegenstander vast te zetten op de flank, aangezien je dan kan kantelen en de zijlijn als het ware kan gebruiken om het speelveld heel klein te maken. Een andere reden is dat je riskante passes kan uitlokken richting de as, waarna er een grote kans is dat je de bal verovert en een mogelijkheid tot transitie creëert. De 2-0 in het thuisduel tegen Galatasaray is daar een schoolvoorbeeld van. De laatste en misschien wel voornaamste reden is dat Schmidt zonder bal over het algemeen hoog wilt pressen vanuit een 4-2-2-2 formatie. Doordat de meeste tegenstanders 4-3-3 spelen en dan bijvoorbeeld ook nog eens back hoog doorschuiven, waardoor een flank speler aan de binnenkant in de halfspace of in de as kan zwerven, komt PSV theoretisch gezien centraal op het middenveld in een numerieke minderheid te staan met de double-pivot. Vanuit de opvatting van Schmidt is dat geen probleem, maar de voorwaarde die daarvoor gecreëerd moet worden, is wel dat men voldoende de as dichthoudt, zodat dergelijke ruimtes niet geëxploiteerd kunnen worden.
Het tweede probleem wat tactisch te onderscheiden valt, en wat tevens nauw correleert met het dichthouden van de as, is de hoogte van de defensieve lijn. Een van de cruciale factoren in het hanteren van een goede structurele organisatie zonder bal, is het nauwkeurig behouden van onderlinge afstanden. In de praktijk betekent dit dat zodra men kiest voor een hoge interventielijn, je laatste linie ook zoveel mogelijk naar voren moet bewegen om het speelveld zo klein mogelijk te houden. Anders wordt het speelveld te groot, ontstaan er te grote ruimtes en kan de tegenstander er als het ware als een mes door een plakje boter doorheen snijden. Vanuit dat opzicht correleert het nauw samen met dichthouden van de as, waarbij het elkaar ook nadrukkelijk positief of negatief kan beïnvloeden. Het niet dichthouden van de as zal leiden tot een lagere laatste linie, omdat er voor de tegenstanders dan enerzijds heel veel ruimte achter de laatste linie ligt om te benutten en anderzijds het dan spelers kan vrijspelen die dergelijke ruimtes kunnen exploiteren met passes, terwijl het hanteren van een lagere defensieve linie zal leiden tot een groter speelveld en daarmee dus meer ruimtes in de as die logischerwijs moeilijker dicht te houden zijn voor de aanvallers. In de praktijk was dit vorig seizoen vaak een van de problemen die PSV ondervond. Bijvoorbeeld Donyell Malen had zichtbaar moeite met de high intensity runs op te brengen, terwijl de aanvallers in zijn geheel vaak moeite hadden om de controleur van de tegenstander effectief te kunnen ontmantelen. Men wist niet altijd de passinglijn richting de controleur adequaat af te schermen, evenals men moeite had zodra de tegenstander positioneel van structuur veranderde, zoals in situaties waarin een van de controleurs zich laat uitzakken tussen de centrale verdedigers.
Een karakteriserend moment voor deze twee problemen en eigenlijk in zijn geheel de situatie die in het begin van deze analyse is geschetst met betrekking tot vorig seizoen (wel de intenties, niet de expressie), is de 0-1 die men om de oren kreeg in het thuisduel versus Heerenveen. Heerenveen start die wedstrijd in een 5-3-2 formatie, waarbij de laatste linie in balbezit eigenlijk een vergelijkbare soort structuur aanneemt als de eerder geschetste situatie waarbij een controleur zich laat uitzakken tussen de centrale verdedigers. Het enige verschil is dat men nu initieel al een drie mans linie gevormd heeft en dat dit niet veroorzaakt wordt door positiewisselingen en dynamiek. Desalniettemin blijft het idee en het principe hetzelfde. Voorafgaand aan de tegengoal in de 34e minuut willen zowel Zahavi als Malen hoog druk zetten. Beide buitenste centrale verdedigers van Hecke en Woudenberg stellen zich breed op waarbij de meest centrale verdediger Dresevic zich iets hoger positioneert tussen hen in. Dresevic die als het ware als een libero komt te spelen en positioneel inschuift tot controleur komt vrij tussen de linies van PSV, waarbij zowel Zahavi als Malen niet de as dicht weten te houden. In hoeverre Malen en Zahavi hiervoor kwalijk genomen dienen te worden, valt te bediscussiëren gezien het feit dat, zodra Dresevic aangespeeld wordt, hij zorgeloos kan opendraaien en een zee van ruimte voor zich heeft. De laatste linie staat immers op dat moment al te laag gepositioneerd, waardoor de middelste linie eigenlijk niet kan doordekken met als gevolg dat er een zee van ruimte ontstaat tussen de linies. Op dat moment valt ook de kwetsbaarheid en de nadrukkelijke importantie met betrekking tot het dichthouden van de as op. PSV komt in ondertal te staan, voormalig toptalent Halilovic kan in een zee van ruimte worden aangespeeld, heeft vervolgens nog een zee van ruimte voor zich die hij kan overlappen waarna hij uiteindelijk ongestoord van afstand kan binnen schieten.
(Onsuccesvol pressingmoment versus Heerenveen waarin twee tactisch gezien grote problemen van PSV naar voren komen.)
Het derde en tevens laatste probleem is het feit dat het spel vaak te stroef en te houterig loopt. PSV weet vanuit de transities niet voldoende grote kansen te creëren, doordat de spelers die over het algemeen het vaakst de bal veroveren (Dumfries, Rosario, Sangaré) niet de kwaliteiten bezitten om een succesvolle transitie te katalyseren, terwijl in balbezit op de helft van de tegenstander eigenlijk bij een aantal spelers op specifieke posities bepaalde capaciteiten missen. Zo is zowel Sangaré als Rosario niet in staat om het spel te verdelen, temporiseren en/of te versnellen in de kleinere ruimtes diep op de helft van de tegenstander, moeten de backs het vooral hebben van een penetrerende loopactie en niet van een individuele actie en heeft men met Zahavi als hangende spits een speler die zich vaak laat uitzakken, maar daarentegen technisch eigenlijk een te beperkte speler is om iets te kunnen creëren. Een combinatie van al die factoren zorgen ervoor dat men soms een flitsende aanval aflevert, vaak door de individuele kwaliteit van Madueke, Gakpo, Götze of Malen, maar in de praktijk eigenlijk altijd stroef en houterig spel katalyseert.
Super Mario
De oplossing voor twee v/d drie bovengenoemde problemen, het dichthouden van de as en het stroeve stroperige spel, ligt opvallend genoeg grotendeels bij het herpositioneren van één specifieke speler: Mario Götze. Wie vorig jaar heeft opgelet, kan niet ontkennen dat Götze met zijn ervaring en kwaliteiten een bepaalde klasse kan toevoegen aan het spel van PSV. In het positiespel was hij altijd een rustpunt, terwijl hij in de pressing zowel een aanjager als disciplinair gezien een van de meest betrouwbare spelers was. Daar waar hij dat echter vorig jaar vanuit de rol als halftien deed, doet hij dat dit seizoen vanuit de as als een van de twee spitsen. Dit brengt echter een aantal structurele veranderingen mee die het spel van PSV in positieve zin beïnvloeden.
Allereerst namelijk het feit dat het spitsenduo nu meer complementair aan elkaar is. Men kan ongetwijfeld beargumenteren dat het duo Zahavi en Malen vorig seizoen enorm waardevol is geweest d.m.v. het feit dat zij samen totalitair betrokken zijn geweest bij 41 eredivisie goals, maar wie tegelijkertijd hen vorig jaar heeft zien spelen, kan niet anders concluderen dan dat zij elkaar niet perfect aanvulden. Zahavi bezit niet de technische capaciteiten om zich te laten uitzakken, even een bal bij zich te houden, een steekpass te geven of het spel te verleggen, terwijl Malen als diepe spits vaak te zelfzuchtig was en bovendien met vlagen ook nog teveel grote kansen nodig had om een goal te maken. Met het positioneren van Götze in de as verandert in ieder geval met betrekking tot het eerste gedeelte heel veel. Zahavi is iemand wiens capaciteiten in de zestien liggen, niet er buiten, terwijl dat bij Götze, wie van nature natuurlijk geen echte spits is, geheel andersom ligt. De Duitser brengt rust aan de bal, kan wel het spel versnellen en/of steekpasses geven en weet bovendien uitstekend de vrije ruimtes tussen de linies te bespelen. Götze heeft namelijk enerzijds het vermogen om intuïtief altijd de vrije ruimte te vinden, terwijl hij anderzijds intuïtief altijd weet waar de vrije ruimtes zullen gaan vallen.
Het meest karakteriserende moment is daarvoor zijn aandeel in drie van de zeven goals tegen Galatasaray. Bij de eerste die hij zelf maakt, een fenomenale goal met een wonderschone assists van Zahavi, laat hij zichzelf eerst uitzakken om betrokken te kunnen zijn in het positiespel. Een simpel voorbeeld van hoe Götze intuïtief de vrije ruimte vindt. Vervolgens valt scant Götze zijn omgeving en herkent een bepaalde flaw in de organisatie die kan leiden tot een potentiële ruimte die hij kan exploiteren. Nummer 77 van Galatasaray Sekidika staat namelijk gebonden aan Max, terwijl het centrale duo in het centrum geïsoleerd wordt door spits Zahavi. Dat betekend dat er potentieel een ruimte kan vallen tussen centrale verdediger Luyindama (rugnummer 27) en Sekidika, specifiek in de zone waar nummer 35 Kara staat. Zodra Götze van Ginkel echter inspeelt, lokt hij Kara eigenlijk uit om druk te leveren op de bal en daarmee dus specifiek op van Ginkel. De controleur van Galatasaray hapt natuurlijk gretig toe, hetgeen wat de vrije ruimte voor Götze creëert om in te duiken.
(De 3-1 van PSV tegen Galatasaray thuis.)
Een vergelijkbare werking treed eigenlijk ook op bij de 5-1 van PSV thuis tegen Galatasaray. Zahavi bindt de centrale verdediger met rugnummer 45 Marcao, terwijl datzelfde geldt voor Ryan Thomas met linksback Bayram (rugnummer 19). Potentieel ligt er een ruimte tussen die twee verdedigers van Galatasaray, hetgeen wat Götze herkent. Met een korte snelle sprint benut hij die ruimte vervolgens optimaal, waarna hij door een goede voorzet van Max en een keepersfout van Muslera de 5-1 kan binnen knikken.


In een notendop is dit eigenlijk datgene wat PSV vorig jaar extreem miste. Iemand die de kwaliteiten heeft om rondom een diepe spits te spelen en die bovendien ook de rust en het vermogen heeft om kansen te kunnen creëren. Götze is in alles in katalysator voor het positiespel van PSV, zowel met het feit dat hij altijd aanspeelbaar is tussen de linies en de vrije ruimte weet te vinden om numerieke meerderheden te kunnen creëren als dat hij ook zijn medespelers kan bedienen (zie o.a. de steekpass op Madueke bij de 2-0 vanuit een succesvolle transitie). Dat bevestigde hij vorig seizoen al, maar doordat hij toen ook als halftien taken en dus balcontacten in de breedte van het veld had, was zijn impact niet zo groot als dat nu het geval is. Hij heeft nu namelijk volledig de ruimte om overal op het veld te kunnen zwerven vanuit de as. Het is niet voor niets dat Götze in het heen duel de speler van PSV is die de meeste progressive passes heeft ontvangen (van de tweede leg zijn die specifieke statistieken niet openbaar zover ik kon vinden), terwijl in de bijbehorende passingmap de lijntjes naar Götze zichtbaar dik gemarkeerd zijn.

(De impact van Mario Götze op het positiespel van PSV. Altijd weet hij de vrije ruimte te vinden.)
Een bijkomend, in dit geval positief, neveneffect is bovendien dat het positioneren van Götze in de as ruimte biedt voor Madueke op de flank. Vorig seizoen stond op die positie afwisselend Thomas, Dumfries als opkomende back of dus Mario Götze, maar geen van drieën heeft het vermogen om vanuit een individuele actie of een dribbel een bepaalde dynamiek en dreiging te kunnen creëren. Madueke daarentegen wel met als gevolg dat als hij in de breedte van het veld wordt aangespeeld of dat PSV tegen de zijlijn de bal veroverd, er eigenlijk altijd wel direct dreiging ontstaat door de imposante individuele ingevingen van Madueke. Madueke is een van de spelers die positief opviel in het tweeluik tegen Galatasaray en het is niet voor niets dat er vanuit zijn flank veel meer dreiging en dynamiek uitging dan vorig seizoen.
(De impact van Madueke vanaf de flank. Hij kan dynamiek en dreiging creëren, daar waar PSV dat voorheen niet lukte in dit soort situaties aan de rechterkant.)
Het andere specifieke probleem waarvoor Götze dit seizoen een groot onderdeel van de oplossing is, is het dichthouden van de as. Götze heeft eerder gewerkt onder Guardiola en Klöpp, twee coaches die beiden graag hoge pressing willen uitvoeren, evenals actief gegenpressen, en snapt daardoor misschien wel als geen ander hoe de vork in de steel steekt met betrekking tot het spelletje dat Schmidt wilt spelen. Vooral zijn inzicht maakt daarin een groot verschil. In het eerste duel tegen Galatasaray starten de Turken in een 3-4-3/5-2-3 achtige variant, hetgeen wat an sich nog niet eens een heel gek idee is, gezien PSV het vorig seizoen eigenlijk altijd moeilijk heeft gehad om een laatste linie bestaande uit drie man onder drukt te zetten, refererend aan het eerdere voorbeeld tegen Heerenveen. Hoe zet je de centrale verdedigers onder druk, weet je de controleurs onschadelijk te maken en zorg je ervoor dat de as dicht gehouden wordt, zodat er tussen de linies niemand vrij gespeeld wordt. Het antwoord daarop schuilt in variëteit van structuur en organisatie, of beter gezegd in het trainersjargon staggering. Staggering houdt in dat, afhankelijk van de structuur van de tegenstander en de locatie van de bal op dat moment, de eigen structuur zonder bal van een ploeg kan variëren, waarbij het behouden van onderlinge afstanden en het afschermen van passinglijnen en specifieke zones gewaarborgd blijven (dat laatste is afhankelijk van welke oriëntatiepunten een team heeft en dus welke ruimtes het specifiek wilt bespelen. Bij Schmidt is dat bijvoorbeeld altijd de ruimte rondom de bal, gezien dat het oriëntatiepunt is). In de praktijk betekent dit dat bijvoorbeeld de aanvallers en de middenvelders van PSV een dubbelrol moet vertolken. De ene keer zal bijvoorbeeld Madueke moeten doordekken op de centrale verdediger en daarmee in lijn komen met de spitsen, een andere keer zal hij mogelijk zichzelf moeten inzakken en de ruimte knijpen, waardoor hij in de initiële ruimte van een van de controleurs van PSV komt.

Het vergt enerzijds nogal wat inzicht en kennis, terwijl het anderzijds ook een bepaalde mate van discipline en arbeidsethos vereist. Structuren en situaties kunnen immers veranderen per secondes. In het juist daarop te kunnen anticiperen, is Mario Götze heer en meester. Met betrekking tot de eerder gestelde vragen hoe zet je de centrale verdedigers onder druk, maak je de controleur onschadelijk en zorg je ervoor dat de as dicht wordt gehouden, weet Götze opvallend genoeg telkens de juiste keuze te maken en de organisatorische balans te bewaken. Over het algemeen schaduwt hij de controleur aan de bal kant, waarna hij als een tegenstander het spel verlegt, afhankelijk van het positioneren van de double-pivot en Zahavi, of door beweegt richting de as om de ruimte te knijpen of door dekt op de centrale verdediger aan de contrakant, in dit geval dus de nieuwe bal kant. Zodra PSV compact staat maakt hij zogenaamde double runs op de centrale verdediger, waarbij hij de passinglijn richting de controleur blijft afschermen, terwijl hij zodra bijvoorbeeld Vertessen/Gakpo of Madueke door beweegt op de centrale verdediger, hij altijd de controleur weet over te nemen. Götze weet precies hoe hij zich moet opstellen t.o.v. de bal en zijn teamgenoten om de balans en de organisatie te bewaren en dat maakt het dat PSV als collectief enorme stappen heeft weten te zetten in het pressingspelletje van Roger Schmidt. Bovendien is Götze ook niet vies om vele vuile meters te maken en korte intensieve sprintjes te trekken, hetgeen waar zijn voorganger Donyell Malen op frequente basis vaak moeite mee had.
(De verschillende rollen van Götze in de pressing.)
(Staggering waarbij een succesvol transitie moment gecreëerd wordt door de rol van Götze)
Rots in de verdediging
Een andere en tevens nieuwe positieve invloedrijke factor is de, van Red Bull Salzburg overgekomen, kersverse aanwinst Andre Ramalho. De laatste echte onbetwiste defensieleider die men in Eindhoven heeft gehad was latino Hector Moreno, maar Andre Ramalho laat in zijn eerste drie wedstrijden in ieder geval zien de potentie te hebben dergelijke schoenen te kunnen opvullen. De Braziliaan valt op in zijn coaching waarmee hij rust en organisatorisch inzicht biedt aan de spelers om hem heen, iets wat afgelopen seizoen over het algemeen ontbrak in de laatste linie. Bovendien kent Ramalho de speelstijl en het pressing spelletje van Schmidt als geen ander en dat maakt hem een ideale katalysator voor het tot expressie komen van de gewenste speelstijl. Ramalho is geen wonderverdediger uit de zogenaamde buitencategorie. Hoogstwaarschijnlijk zou hij dan ook niet eens bij PSV spelen. Maar Ramalho beschikt daarentegen wel over de rust en het inzicht om antwoorden te bieden op vragen als wanneer door te stappen, wanneer vooruit te verdedigen en wanneer te kantelen. En die voert hij tot op heden in perfectie uit. Voor Schmidt zijn gewenste speelstijl is dat essentieel. Als je namelijk pressing hoog op het veld wilt uitvoeren in een agressieve en actieve vorm, zoals Schmidt dat tactisch gezien eist van zijn team, is het elementair dat men ook actief vooruit durft te verdedigen.

Ramalho biedt daarin dus uitkomst en daarmee is hij de katalysator voor het oplossen van het andere, tot op heden onbehandelde, grote probleem van PSV met betrekking tot vorig seizoen: het positioneren van de laatste linie. Er zijn zichtbare momenten in de wedstrijden tegen Galatasaray te vinden waarbij de eerste pressingslinie van PSV wordt afgeslagen, waarna opvalt hoe klein de afstand van de laatste linie tot de bal eigenlijk is. Een karakteriserend moment daarvoor vindt bijvoorbeeld plaats in minuut 55 waarbij centrale verdediger Luyindama zichzelf onder de druk van Götze uit weet te dribbelen. Ervan uitgaande dat de radius van de middencirkel ongeveer 10 meter is, zou men afgaande op onderstaand screenshot kunnen beargumenteren dat de afstand tussen de bal (en daarmee de laatste linie van Galatasaray) en de laatste linie van PSV ongeveer 30 meter is. De onderlinge afstanden tussen in dit geval verticaal Ramalho - Van Ginkel - Zahavi blijven daarmee gewaarborgd. Bovendien valt op dat Ramalho als enigste echt actief vooruit loopt om deze afstand te blijven waarborgen en de ruimtes tussen de linies beperkt te houden.

Alhoewel de situatie natuurlijk iets anders is met betrekking tot het eerdere voorbeeld vorig seizoen tegen Heerenveen thuis (men zette daarin druk op zestien tegenstander en dus zal het speelveld automatisch iets uitgerekter zijn in verband met buitenspelval en de middellijn), toont het wel degelijk het essentiële verschil en de ontwikkeling die PSV heeft doorgemaakt aan. Bovendien creëert het ook meer mogelijkheden om numerieke meerderheden te creëren, zodra je hoge pressing uit wilt voeren. Tot op heden is het principe van staggering louter vanuit aanvallend perspectief bekeken, maar ook vanuit defensief perspectief is het wel degelijk relevant. Het hoger positioneren van de laatste linie zal er toe leiden dat de onderlinge afstand tussen de back van PSV en de back van de tegenstander minder groot is en daarmee dus makkelijker te overbruggen. Oftewel, de back van PSV kan veel makkelijker doordekken op de back van de tegenstander om pressing uit te voeren. Dat betekent dat men meer overtal situaties kan creëren op de flank, maar ook dat men een actievere en agressievere vorm van pressing kan hanteren. Zodra de onderlinge afstand tussen Mwene/Max tot de back van de tegenstander makkelijker beloopbaar is, geeft het de buitenste spelers in de pressing, in dit geval dus Madueke en Gakpo, meer mogelijkheden om door te stappen en daarmee druk te ontwikkelen richting de as.
(Hogere laatste linie leidt tot doordekken van back op back wat Madueke in dit geval de mogelijkheid geeft om druk te genereren in de as. Een succesvol pressingmoment is gecreëerd, waarbij men een ingooi en dus balbezit wint.)
Een bijkomend voordeel is daarbij dat de backs aanvallend gezien ook minder afstand hoeven te overbruggen in transities. Transities zijn over het algemeen het meest gevaarlijk zodra je zoveel mogelijk lopende mensen hebt die zoveel mogelijk ruimtes proberen te penetreren. In een kort tijdbestek, waarbij de defensieve structuur van de tegenstander even verloren is door het balbezit, is dat een hele effectieve manier om heel veel gevaar te kunnen stichten. Wil je dat korte tijdbestek kunnen bevredigen, is het dus essentieel dat spelers ook niet extreem lange afstand hoeven te overbruggen om überhaupt tot de kans te komen om dergelijke ruimtes te kunnen penetreren. Een al eerder uitgelicht fragment is daarvoor karakteriserend. Links onderin valt op dat Max direct door dekt op de back van de tegenstander. Het creëert voor Vertessen het moment druk te kunnen zetten op de as en voor Götze om de controleur af te schermen. Zodra Götze dan de bal heeft veroverd, is de afstand voor Max om de ruimte te kunnen penetreren eigenlijk minimaal. Het resulteert in een hele snelle en dynamische transitie waaruit men uiteindelijk relatief simpel een redelijk grote kans weet te creëren.
(Staggering en doordekken back op back leidt tot een gevaarlijke kans uit een transitie, met daarin een belangrijke rol voor Max.)
Vanuit dat opzicht correleren de verschillende tactische aspecten en problemen in een bepaalde zin redelijk nauw samen en moet men het uiteindelijke resultaat vaak meer als een som der delen zien en niet slechts schakels als onafhankelijk worden beschouwd. De invloed van Ramalho onderstreept dat momenteel in zekere zin en biedt hoop dat de speelstijl van Schmidt dit seizoen wel tot volledige expressie gaat komen.
Meer variëteit op het middenveld
Een andere grote verandering heeft dit seizoen op het middenveld plaatsgevonden. De double-pivot Rosario en Sangaré was vorig seizoen elke week wel onderwerp van gesprek en richting het einde van het seizoen bleek dat ook voor Schmidt deze combinatie niet meer zo onomstreden was als dat hij eerder had uitgesproken. Rosario is bovendien inmiddels verkocht en met de komst van Pröpper en van Ginkel zijn twee andere type middenvelders voor in de double-pivot gekomen. In een eerdere analyse is de mogelijke impact van Davy Pröpper en destijds aan PSV gelinkte target Joey Veerman wel eens uitgelicht, twee spelers die meer als spelmaker en verbindingsspeler fungeren. Met van Ginkel kiest Schmidt momenteel echter voor een meer dynamische loper die van box to box kan fungeren. Het voordeel ten opzichte van vorig seizoen is dat Schmidt nu meer smaakjes heeft die elk wat anders kunnen brengen. Pröpper zal bijvoorbeeld een veel grotere stempel drukken op het possessiespel met zijn passing capaciteiten om spelers tussen de linies te vinden en in de kleine ruimtes in de final third, terwijl van Ginkel juist wat meer beweging zonder bal, evenals penetratie in de ruimtes oplevert.
Zo valt bijvoorbeeld op bij de 2-0 van PSV thuis tegen Galatasaray dat Van Ginkel, nadat men de bal heeft veroverd, direct doorloopt richting de zestien van de tegenstander. Uiteindelijk is het Zahavi die kan binnenglijden op aangeven van Madueke, maar onder andere de loopactie van van Ginkel geeft Zahavi wel net dat extra beetje ruimte daarvoor. Incidenteel is dat niet, want ook bij de 0-2 uit in Turkije penetreert hij tijdens een ingooi vanuit het middenveld de ruimtes achter de laatste linie van Galatasaray, waarna hij hem op aangeven van Götze functioneel inschiet, terwijl gedurende de wedstrijden er voldoende momenten en loopacties te zien vallen waarin van Ginkel bewust in een gevaarlijke schietpositie in de zestien terechtkomt.
(Loopacties van van Ginkel.)
Hoewel deze analyse geschreven is op basis van het tweeluik tegen Galatasaray, is het meest karakteriserende voorbeeld voor de invloed van van Ginkel op het spel van PSV misschien wel de 3-0 tegen FC Midtjylland afgelopen week. In eerste instantie levert hij druk op de bal en laat hij zien waarom hij qua discipline, arbeid en defensieve taken kan voldoen aan de eisen van Schmidt. Onder andere doordat hij mee druk levert op de bal, kan Madueke uiteindelijk de bal onderscheppen, hetgeen waar de Engelsman zelf ook credits voor verdient. Vervolgens beweegt hij direct naar voren waarmee hij een passinglijn opent voor Mwene, iets wat bijvoorbeeld Rosario of Sangaré vorig jaar nauwelijks deden. Daarna draait hij ook direct functioneel open, speelt Gakpo in en beweegt andermaal door. Wederom een verandering ten opzichte van Rosario en Sangaré met vorig seizoen. Met name dat laatste heeft uiteindelijk een cruciale impact op deze aanval. In eerste instantie creëert hij met zijn loopactie net weer dat extra beetje ruimte voor Gakpo om een actie te maken. Anderzijds kan hij in een later stadium van deze aanval de rechtsback van Midtjylland binden, waardoor Zahavi en Max op links vrijkomen en er een significante numerieke meerderheid ontstaat. Zahavi kiest dan uiteindelijk voor Madueke die vervolgens de bal functioneel zo goed aanneemt, waarna hij de overlappende Götze kan bedienen, maar analyserend naar de mogelijkheden van Zahavi was de aan de linkerkant overlappende Philipp Max wellicht wel een betere optie geweest. Met van Ginkel namelijk vrij in de as, was dit namelijk een vrijwel zekere simpele intikker geworden voor van Ginkel. Daar niet van is het uiteindelijke verloop van de aanval verder natuurlijk fenomenaal en levert het uiteindelijk een prachtige teamgoal op.
(De 3-0 van PSV tegen Midtjylland.)

Van Ginkel tot heden zien meer scorend te kunnen brengen vanuit het middenveld of in ieder geval in meer potentieel kansrijke situaties te komen ten opzichte van zijn voorganger, terwijl juist zijn bewegen zonder bal zorgt voor meer dynamiek. Onder andere in de wisselwerking met Götze die precies weet waar de ruimtes vallen, met Boscagli en Ramalho die beiden een uitstekende inspeelpass bezitten en ook met Sangaré die meer ruimte en minder druk krijgt, beïnvloed dat in positieve zin het spel van PSV. PSV oogt gevaarlijker bij transities, omdat van Ginkel meer loopvermogen en gevoel voor ruimte en penetraties biedt, terwijl juist zijn dynamiek een grote vooruitgang is ten opzichte van een redelijk statische double-pivot van vorig seizoen. Bovendien biedt dat Schmidt ook tactisch gezien meer variatie en creëer je daarmee dus automatisch ook weer dynamiek. Vanuit de 3+1 structuur was het vorig seizoen steevast een roulatie tussen Rosario en Sangaré die zichzelf afwisselend lieten uitzakken tussen de verdediging of positioneel gezien een enkele spil bezette, maar voor de rest vonden er in de laatste linie nooit zoveel positiewisselingen plaats. Nu zakt bijvoorbeeld ook Mwene regelmatig wel eens in of gaat hij aan de binnenkant staan, waardoor van Ginkel wat hoger op het veld komt te staan tussen de linies, terwijl ook Götze nu dus veel meer vrijheid heeft om zich in de opbouw te kunnen betrekken. Met hebben van spelers met een functionelere techniek die bovendien meer loopacties maken zonder bal, waardoor er binnen dezelfde tactische positionele invulling meer variëteit qua bezetting van de posities ontstaat, is een van de grotere ontwikkelingen die PSV tot op heden dit seizoen heeft laten zien. De komst en terugkeer van van Ginkel op het middenveld staat daar niet geheel los van.
Controle en organisatie zonder bal
Dat PSV meer flitstend spel op de mat legt, is dus eigenlijk analyserend gezien niet gek. PSV oogt beter, frisser en betrouwbaarder. Sterker nog, de 7-1 tegen Galatasaray is eigenlijk niet eens een geflatteerde afspiegeling van de verhoudingen, iets wat men vorig seizoen waarschijnlijk niet had durven te zeggen. Desalniettemin wordt er tegelijkertijd ook vaak de nadruk opgelegd dat Galatasaray eigenlijk niet meer zo goed is als dat men dacht of had gehoopt om daarmee de prestaties van PSV ook in een bepaald perspectief te zetten. Enerzijds zit daar een kern van waarheid in: Galatasaray had een ongelukkige voorbereiding, een paar corona gevallen, nog geen complete selectie en vooral ook een gebrek aan creatieve spelers. Anderzijds overschaduwt het ook wel degelijk een beetje het sterke spel dat PSV op de mat heeft gelegd. Hoewel het inmiddels namelijk om een CL ticket gaat en daarmee dus ook oprecht serieus geld, is de timing en de periode waarin de duels vallen natuurlijk ongeveer gelijk aan die van een oefenpotje. Sterker nog, officieel zit men nog in de voorbereiding van het seizoen.
In dergelijke fases van het seizoen zoek je als coach naar structuur en naar organisatie. Je wilt randvoorwaarden creëren om op te kunnen en in zekere zin een bepaalde basis aanleggen die de kern vormt voor de tactische disciplines die men wilt uitoefenen tijdens wedstrijden. Zaken als vorm, flow, het verfijnen van tactische wisselwerkingen en patronen zijn ook belangrijk, maar kunnen en worden over het algemeen in een later stadium van het seizoen geprepareerd. Schmidt zal vanuit dat opzicht ook tevreden terugkijken op het tweeluik richting Galatasaray. PSV oogt fit, iets waar het vorig seizoen, vaak met tegenzin van Schmidt, enorm veel problemen mee heeft gehad, terwijl men anderzijds qua structuur en organisatie betrouwbaar oogt. Men geeft weinig kansen weg en dat is grotendeels te danken aan de collectieve instelling, de bereidheid en de discipline om je eigen en elkaars taken uit te voeren. Karakteriserend daarvoor is dat zowel Madueke, Gakpo als Vertessen vanuit de buitenkant enorm veel vuile meters mee terug maken, zelfs op hoge intensiteit als het nodig is, daar waar bijvoorbeeld Madueke dat vorig seizoen nog wel eens liet schorten. Het leidt er eigenlijk toe dat bij PSV de twee linies van 4 goed op elkaar ingespeeld ogen en dat men eigenlijk zodra het vanuit eigen helft moet verdedigen, ogenschijnlijk makkelijk de controle weet te houden tegenover Galatasaray. Met weet defensief overtal situaties te creëren rondom de bal, weet de linies compact te houden en weet precies te staggeren om aan beide voorwaarden te kunnen blijven voldoen, zodra de situaties dat vereisen. Galatasaray mag dan wellicht niet zo goed zijn als dat men denkt, maar PSV dient daarentegen ook alle lof voor het spel dat zij leveren zonder bal. Daarmee speelt PSV ogenschijnlijk makkelijk, maar zeer professioneel de uitwedstrijd vanaf minuut 1 mee uit, iets waar PSV vorig seizoen vaak de nodige moeite mee had.

Credits
Credits naar Grasmat uiteraard weer voor het maken van een fabuleuze banner die perfect de verhoudingen tussen de clubs weergeeft.
Dit artikel is geschreven voorafgaand aan de wedstrijd Ajax-PSV voor de Johan Cruijff Schaal